Zet knooppunten van contacten in en rijf talent binnen

Leestijd: 2 minuten

 

‘The six degrees of separation’. Je bent pakweg zes handdrukken verwijderd van welke persoon ook. Een theorie gebaseerd op een experiment van Stanley Milgram.

👉 Naast mijn werk als organisatieadviseur faciliteer ik, o.a. als mentor, ook ontmoetingen tussen werkzoekenden met diverse achtergronden en potentiële werkgevers.

👉 In een poging om mijn succesvolle – eerder organisch gegroeide – aanpak beter te begrijpen, ging ik op zoek naar mogelijke verklaringen.

👉 Ik ontdekte twee concepten die het één en ander verduidelijken:

  1. Het concept ‘organisatienetwerken’ (Patrick Kenis, Bart Cambré – 2019);
  2. Een natuurwet/theorie die stelt dat mensen maar zes contacten van elkaar verwijderd zijn (bron: het Small World-experiment van Stanley Milgram – 1963). Een grootschalige Microsoft-onderzoek uit 2006 onderschrijft deze theorie.

👉 Toegepast op mijn ervaringen als talentmobilisator onderscheid ik de volgende drie kritische succesfactoren:

  1. Jouw medewerkers vormen knooppunten die het contact tussen beschikbaar talent en jouw organisatie aanzienlijk vereenvoudigen en versnellen;
  2. Duurzame lokale organisatienetwerken (ecosystemen) mobiliseren beschikbaar talent … ;
  3. … op voorwaarde dat netwerkcoördinatoren en/of relatiebeheerders binnen jouw bedrijf die organisatienetwerken actief, efficiënt houden, én divers qua samenstelling.

👉 Ook ik stelde vast dat talent met diverse achtergronden maximum zes contacten (wat mij betreft eerder vier à vijf) verwijderd ligt van organisaties met vacatures.

–> Rekruteren en talent ontwikkelen is teamwerk. Ieder van ons kan hieraan bijdragen. Interne en externe recuiters, jobcoaches en consulentes hebben ons netwerk dringend nodig.

–> De uitreiking van wervingsbonussen in dit kader volstaat niet langer. Vormen van goed doordachte teamwerkingen daarentegen kunnen écht een verschil maken in je rekrutering.

Rekruteren via gemeenschappelijke werkvloeren

Leestijd: < 1 minuut

 

💡Een idee om een inclusieve arbeidsmarkt een boost te geven.

Waarom zouden we geen gemeenschappelijke werkvloeren creëren voor divers talent op élk bedrijven- of industriepark?

👉 Enkele redenen waarom dit idee zou kunnen werken:

✔️ Werkgevers delen veel gelijkaardige bedrijfsnoden, ook op het vlak van rekrutering;

✔️ Werkgevers moeten noodgedwongen meer en meer experimenteren met nieuwe vormen van werkplekleren;

✔️ Werkgevers moeten noodgedwongen aanvaarden dat opleiden ook kan betekenen dat je voor je (con)collega opleidt, een risico én een kans om er zelf je voordeel mee te doen;

✔️ De bundeling van krachten, middelen, expertise en voorzieningen levert voor werkgevers en werkzoekenden meer op;

✔️ Het parkmanagement van een bedrijven- of een industriepark is goed uitgerust om hierbij een centrale rol op te nemen;

✔️ Structurele lokale samenwerkingsverbanden rond lokale talentenpools kunnen de creatie van duurzame jobkansen voor divers talent faciliteren;

✔️ Werkgevers staan sterker als ze minder afhankelijk worden van externe rekruterings- & selectiebureaus;

✔️ Meer dan ooit is een aanwerving geen quick fix, maar een langetermijninvestering.

➡️ Lijkt het je wat om over dit idee uit te wisselen?

➡️ Zoek je een klankbord voor je rekruteringsaanpak?

Laat een reactie achter of mail me gerust via 📧 elke@talententelers.be

Zie je beschikbaar intern talent niet over het hoofd

Leestijd: 2 minuten

 

Nare herinneringen bij een kopje koffie

“Wij zoeken steeds meer een geschikte functie voor een sollicitant, in plaats van omgekeerd”, zegt Veerle Leon, personeelsdirecteur bij Telenet in De Standaard van 8 februari 2022.

En plots dacht ik terug aan mijn eerste job en de vele huilpartijen achter het stuur, op weg naar huis.

Staat je onboarding programma op punt?

Bovenstaande rekruteringsaanpak kan zeker zijn vruchten afwerpen zolang werkgevers ook voldoende aandacht blijven hebben voor de noden, bekommernissen en verwachtingen van al hun medewerkers.

Een nieuwe collega a.h.w. droppen in een team dat

✅ hier niet om heeft gevraagd,

✅ niet betrokken was bij de rekrutering,

✅ zelf nog met een aantal issues struggelt,

… is vragen om moeilijkheden.

Daarom haalde de uitspraak van Veerle Leon die ochtend nare herinneringen bij me naar boven.

Wat liep er dan mis bij mijn eerste job?

Mijn allereerste job was die als administratief bediende in een taalinstituut. In de praktijk bleek ik verantwoordelijk te zijn voor het maken van de koffie en de kopieën. Maar dat kon mijn pret niet bederven, wel die van anderen, bleek achteraf.

Ik was zo fier als een gieter. Deze job had ik te danken aan een ‘koude’ belactie bij potentiële werkgevers. Ik trof de directeur van een taalinstituut op het juiste moment aan. Er was geen vacature, toch nodigde hij me uit voor een gesprek. Je wist maar nooit. En inderdaad, het klikte en mijn eerste contract was een feit.

Toen besefte ik nog niet in welk wespennest ik was beland.

Mijn nieuwe collega’s maakten mij het leven zuur. Mijn baas was niet bij machte om mij te beschermen. De eigenlijke baas was een vrouw met een lange staat van dienst en met de juiste contacten binnen de academische wereld. Zij pikte mijn indiensttreding niet. Ik vermoed dat ik haar plannen dwarsboomde. De status quo binnen het taalinstituut werd door mijn komst serieus uitgedaagd.

Mijn inmenging in teamgesprekken, of mijn pogingen ertoe, hielpen niet bepaald. Ik mocht dan wel een master in de communicatiewetenschappen hebben, mijn communicatiestijl was toen nog erg rudimentair en onbeholpen. Wat was ik groen achter de oren. Maar ik wist toen niet beter.

Welke lessen trok ik hieruit?

Jaren later, en met enige afstand, kan ik de reactie van mijn toenmalige vrouwelijke collega’s wel begrijpen, maar uiteraard niet goedkeuren. Een belangrijk leermoment. Mijn eerste job kwam er omdat de ‘baas’ (op papier) potentieel in mij zag. Maar hij sloeg belangrijke stappen over:

✅ hij betrok de toekomstige collega’s niet bij de aanwerving;

✅ hij liet na om een duidelijke functieomschrijving en rapporteringslijnen op papier te zetten;

✅ hij liet na de bedrijfsprocessen op punt te stellen.

De vraag blijft of hij sowieso in dat opzet zou zijn geslaagd. Wellicht niet, door de beperkende machtsstructuren binnen de organisatie.

Merk je dat ook jij je rekruteringsaanpak over een totaal andere boeg moet gooien? Wat werkt, wat werkt niet voor jou?

Waar vind ik nog kandidaten?

Leestijd: 2 minuten

 

Sluit bij voorbaat geen talent uit

Tijdens een presentatie van de VDAB i.s.m. Voka-Vlaams netwerk van ondernemingen, afdeling Mechelen-Kempen, werd eens te meer duidelijk dat bedrijven niet langer bepaalde categorieën van werkzoekenden kunnen negeren willen ze hun vacatures nog ingevuld krijgen.

Veel werkgevers zien door het bos de bomen niet meer

Hoe bereik ik profielen die nu nog onder de radar zitten?

Welke organisaties kunnen mij hierbij helpen?

Hoe bereid ik mijn personeel voor op een indiensttreding van een kandidaat met een ‘wat apart profiel’?

Welke risico’s gaan hiermee gepaard en hoe kan ik als werkgever hier preventief mee omgaan?

Charlotte Pollet (Voka) en Jill Heyninck (VDAB) lichtten tijdens hun boeiende webinar hun ruim aanbod toe om met dergelijke vragen aan de slag te gaan. De toegevoegde foto was één van de slides van Jill.

Wie van je medewerkers mag je zeker niet over het hoofd zien bij een aanwerving?

Wat mij betreft, stel ik vast dat de directe toekomstige collega’s vaak onvoldoende gehoord worden bij de rekrutering. Niet zozeer de hiring manager, maar de teamleden en de collega’s van andere afdelingen waarmee intensief moet worden samengewerkt.

Staat je rekruteringsprocedure nog op punt?

Een goed uitgekiende onboarding programma volstaat niet. Het voorbereidend werk, voorafgaand aan de rekrutering, verdient ook – of nog meer – aandacht zodat er voor alle betrokkenen duidelijkheid is over

  1. het takenpakket;
  2. de rolverdeling;
  3. de rapporteringslijnen;
  4. de structuur van de kostenposten m.b.t. de tewerkstelling;
  5. eventuele doorgroeimogelijkheden;
  6. het interne begeleidingsaanbod;
  7. de outsourcing van ondersteuningsbehoeften van een kandidaat met een specifieke ondersteuningsvraag.

Extra tips

Duidelijke persona’s van kandidaat-sollicitanten met diverse achtergronden helpen je om hun leefwereld en eventuele (ondersteunings)noden beter te begrijpen en in kaart te brengen. Ze kunnen je helpen bij de ontwikkeling van een rekruteringscommunicatie die meer raakt en beklijft.

Tot slot, via het VDAB-instrument ‘Arvastat’ (ARbeidsmarkt Vraag- en AanbodSTATistieken) vind je nog meer interessante data over de arbeidsmarkt: link.

Interesse in een kennismakingsgesprek bij een virtuele kop koffie of thee?

Contacteer me gerust via elke@talententelers.be.

Kansen voor werkgevers op de krappe arbeidsmarkt

Leestijd: 2 minuten

 

Schaarste op de arbeidsmarkt

In De Tijd van 28 december 2021: “(…) Werkgevers doen er goed aan de voortdurende schaarste te aanvaarden, zeggen experts. Want de vergrijzing, waardoor het aantal Belgen met een arbeidsactieve leeftijd minder snel groeit, is de belangrijkste structurele factor in het verhaal. En die blijft bestaan. (…)”

De demografie zit werkgevers niet mee. Daar bestaat geen twijfel over.

Maar werkgevers ontzeggen zichzelf ook veel talent, bewust of onbewust, door allerlei hindernissen en drempels in stand te houden. Ook binnen hun organisatie.

Bewuste en onbewuste uitsluitingen van talent

Beno Schraepen vermeldt in zijn boek ‘Excluses. Wat uitsluiting doet met mensen‘ vier categorieën van barrières:

1. Psychosociale aspecten (attitude);
2. Communicatieve aspecten (informatie);
3. Organisatorische aspecten (beleid, protocollen, procedures);
4. Fysieke aspecten (gebouwen en ruimtes).

Ook al beslissen werkgevers om buitenlands talent te laten overvliegen, werken ze met onderaannemers of richten ze interne academies op voor het up- en reskillen van talent, ook dan loont het de moeite (en is het zelfs onze morele verantwoordelijkheid) om barrières binnen het eigen bedrijf op te sporen én te verhelpen (microniveau). Dat het ook op het meso- en macroniveau misloopt, is duidelijk, maar … we moeten ergens beginnen, ieder op zijn niveau, vanuit zijn positie.

Strategie herzien én actie ondernemen

Over het beschikbaar en onderbenut talent is al meermaals geschreven. Denken we aan personen met een migratieachtergrond, personen met een arbeidsbeperking, NEET-jongeren (NEET: Not in Education, Employment or Training), ex-gedetineerden, …

Deze structureel on(der)benutte talentenpools blijven, naast de tegenvallende demografie, óók bestaan. Tijdelijke tewerkstellingsprojecten volstaan al lang niet meer.
Vasthouden aan een langetermijnvisie en de creatie van (nog) meer duurzame jobs moeten de volgende stap zijn.

Nood aan een andere, meer open en positieve mindset op de arbeidsmarkt

De benaming ‘war on talent’ associeer ik met:

– destructie;
– pessimisme;
– eenheidsworst.

Talent spotten, aantrekken en vasthouden doe je met aandacht voor:

– creativiteit;
– optimisme;
– uniciteit.

Want dàt is waar ondernemen om draait. Ook op het vlak van rekrutering en selectie.

Niet?

 

Call Now Button